Liever luisteren? We hebben het verhaal ook voor je ingesproken.
In 2007 onthulde Zembla in de uitzending ‘Bankgeheimen’ dat ABN Amro, ING/Postbank en Rabobank onder andere investeerden in clusterbommen- en landmijnenfabrikanten. Naar aanleiding daarvan besloten vijf grote goede doelen – Amnesty, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection – om banken langs de meetlat van internationale duurzaamheidscriteria te leggen. Sinds 2009 rapporteren ze in de Eerlijke Bankwijzer (EBW) over hun onderzoek naar de belangrijkste Nederlandse banken. Dat doen de vijf aan de hand van vijftien duurzaamheidsthema’s zoals klimaatverandering, respect voor mens, dier en milieu, belastingen, corruptie en transparantie, mijnbouw, olie en gas, en wapens.
Hoewel alle banken sinds de start van de EBW beter zijn gaan scoren, is er vooral bij de grootbanken nog veel werk aan de winkel, want hun papieren werkelijkheid en hun praktijk lopen vaak ver uiteen. In 2022 scoorden ABN Amro, ING en Rabobank bijvoorbeeld voldoende op mensenrechtenbeleid en dierenwelzijn, maar was hun uitvoering beneden de maat.
Er zijn dus vijf goede doelen die banken kritisch volgen. Maar hoe zit het met al die andere goede doelen?
Goede doelen zijn ‘intrinsiek gemotiveerd om de wereld beter te maken’ aldus Harmienke Kloeze, directeur van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Een van de 75 normen die deze toezichthouder hanteert voor Erkende Goede Doelen is ‘maatschappelijk verantwoord handelen’. Goede doelen houden daar bij hun keuze van leveranciers rekening mee, aldus Kloeze.
Je zou daarom verwachten dat goede doelen bij duurzame banken zitten. Maar uit een rondgang langs de websites van ruim vijfhonderd goede doelen met het keurmerk ‘Erkend Goed Doel’ blijkt dat de meeste organisaties zakendoen met banken die in de EBW nog steeds onder de maat scoren.
Volgens de informatie op hun websites bankieren die vijfhonderd Erkende Goede Doelen bij tien verschillende banken, maar het merendeel heeft een van de drie grootbanken als huisbankier: ABN Amro, ING en Rabobank. Wel is er verschil tussen grote en kleine goede doelen. De meeste grote, die jaarlijks een half miljoen euro of meer geefgeld ophalen, bankieren bij ING (31 procent), de meeste kleine goede doelen bij Rabobank (31 procent). Van alle grote en kleine doelen samen zit 35 procent bij ING, 33 procent bij Rabobank en 17 procent bij ABN Amro. Bij banken die goed scoren in de EBW, zoals SNS (Volksbankgroep) en Triodos bankiert 14 procent van de Erkende Goede Doelen. Van de overige banken samen, Barclays, Bunq, DB, Knab en Van Lanschot, wordt minder dan 1 procent als huisbankier genoemd.
Pragmatische redenen
Kijkend naar de bankrelaties in specifieke sectoren, valt op dat in de sector Dieren de oranje leeuw favoriet is (50 procent). Dat geldt ook voor Gezondheid (51 procent). In de sector Internationale Hulp en Mensenrechten is Rabobank favoriet (36 procent), gevolgd door ING (31 procent) terwijl de Kunst en Cultuursector vooral zakendoet met ABN Amro (46 procent) en Rabobank (40 procent). Bij goede doelen in de sector Natuur en Milieu zijn Rabobank (48 procent) en Triodos (27 procent) vaak huisbankier. In de sector Religie en Levensbeschouwing en in de sector Welzijn geven Erkende Doelen de voorkeur aan twee grootbanken, ING (58, respectievelijk 29 procent) en Rabobank (40, respectievelijk 34 procent).
Een organisatie die vanwege de lagere kosten voor grootbanken had gekozen, lichtte dat toe met: ‘Deze rekeningen gebruiken we dus niet voor financiële reserves, die brengen we zoveel mogelijk onder bij duurzame(re) banken.’
Naast een bezoek aan de websites van Erkende Goede Doelen zijn er zevenenvijftig organisaties apart bevraagd over de redenen van hun bankkeuze. Het betrof grote en kleine organisaties, verdeeld over de vijf belangrijkste banken en acht sectoren. Voor hun bankkeuze voerden goede doelen drie soorten redenen aan: financiële, pragmatische en ideologische. Als financiële redenen noemden ze: hoogste rente of laagste kosten. Interessant is dat een organisatie die vanwege de lagere kosten voor grootbanken had gekozen, dat toelichtte met: ‘Deze rekeningen gebruiken we dus niet voor financiële reserves, die brengen we zoveel mogelijk onder bij duurzame(re) banken.’
Pragmatische redenen voor een bepaalde bankkeuze waren: breed dienstenpakket, blijven ‘hangen’ aan eerder gemaakte keuzes omdat overstappen lastig was, of ‘bank verstrekte geen acceptgirocontracten’. De ideologische reden die organisaties aanvoerden was dat de bank bij de maatschappelijke doelstelling paste. Een organisatie verwoordde dat zo: ‘Het zou niet logisch zijn om een bank te kiezen die niet dezelfde doelen nastreeft als wijzelf.’
Zeven goede doelen zeiden dat ze plannen hadden om over te stappen naar een duurzame bank. Twee fondsen gaven aan dat ze hun bankkeuze toetsen aan de Eerlijke Bankwijzer.
Spreiding
Verder is aan twee overkoepelende organisaties voor Erkende Goede Doelen gevraagd naar de redenen voor hún bankkeuze en naar hun visie op de EBW.
Toezichthouder Erkende Goede Doelen, het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), berichtte vorig jaar in het jaarverslag te zijn overgestapt van ABN Amro en ING naar Triodosbank. Desgevraagd lichtte CBF-directeur Harmienke Kloeze toe dat in gesprekken met medewerkers en de raad van toezicht de wens was geuit om het goede voorbeeld te geven bij het maken van maatschappelijk verantwoorde keuzes. Deze en enkele praktische wensen waren ‘een kans om de potentiële nieuwe bank tegen de lat van maatschappelijke duurzaamheid te leggen. Zo kwamen we uit bij Triodos’.
Het bestaan van de Eerlijke Bankwijzer vindt Kloeze ‘een goede zaak’.
Brancheorganisatie Goede Doelen Nederland (GDN) stelt bij monde van Hoofd Communicatie Kyra van der Meulen dat de duurzame ambities van ABN Amro in 2018 aanleiding waren voor een convenant. Van der Meulen verwijst naar de vermelding van de bank in de Dow Jones Sustainability Index. Maar ABN Amro-directeur Duurzaamheid Richard Koolhaas lijkt daar minder waarde aan te hechten. In een interview noemt hij ratings zoals die van Dow Jones een black box, volgens het woordenboek ‘een complex proces waarvan het verloop onduidelijk is’. Doel van het convenant was onder andere een efficiënter betalingsverkeer. Bovendien rekent de bank voor GDN-leden ‘zeer scherpe tarieven’.
Enig speurwerk bracht aan het licht dat van de 46 GDN-leden die bij ABN Amro bankieren ruim de helft jaarlijks meer dan twee miljoen euro aan baten beurt. Dat zijn dus grote klanten voor de bank. Het convenant met ABN Amro loopt eind dit jaar af zegt Van der Meulen en GDN beraadt zich over ‘hoe nu verder’. Goede Doelen Nederland vindt het vanzelfsprekend dat goede doelen willen samenwerken ‘met een betrouwbare financiële partner die past bij hun missie’. Maar de brancheorganisatie zegt ook dat de bankkeuze mede wordt bepaald door het dienstenpakket, hetgeen voor goede doelen een reden is om hun zaken te ‘spreiden over meerdere banken’. GDN vindt het een goede zaak dat de Eerlijke Bankwijzer bewustwording creëert bij banken én bij goede doelen.
Transparantie
Tot zover de goede-doelensector, maar wat vinden banken zelf eigenlijk van de Eerlijke Bankwijzer? Hun meningen blijken nogal uiteen te lopen. ABN Amro bijvoorbeeld vindt de EBW een marketing tool terwijl ASN (Volksbankgroep) vindt dat er iets van geleerd kan worden. Richard Koolhaas, Directeur Duurzaamheid van ABN Amro, kwalificeert de EBW als een ‘campagnemiddel van een groep belangenorganisaties’. Zijn grootste bezwaar is dat de goede doelen achter de EBW een eigen agenda hebben voor hoe de maatschappij eruit zou moeten zien.
Barbara Oosters, projectleider EBW, stelt dat de Bankwijzer onafhankelijk is. Zij wijt de kritiek aan ontevredenheid over de hoeveelheid vragen en de criteria en richtlijnen die de EBW gebruikt. ‘Dat bewijst vooral dat banken moeite hebben om zich aan te passen aan een veranderend maatschappelijk klimaat, waarin burgers van overheden en bedrijven verwachten dat ze transparantie aan de dag leggen en verantwoording afleggen over hun beslissingen.’
Dat de EBW veel vragen aan banken voorlegt kan ASN Manager Duurzaamheidstrategie en Beleid, Piet Sprengers, bevestigen. Hij geeft toe dat hij zou willen dat het beantwoorden minder tijd zou kosten. ‘Desalniettemin vullen wij altijd braaf die vragen in want ASN wil weten wat er bij ngo’s leeft. Daar zitten dingen tussen waar wij echt wel wat van kunnen leren.’
Daarentegen lijkt het hoofd Business Ethics van ING, Arnaud Cohen Stuart, het hoofd in de schoot te hebben gelegd. ‘Ik denk niet dat wij ooit hoger gaan scoren in de Bankwijzer.’ Als reden voert hij aan dat zijn bank in sectoren zit waar de EBW geen punten aan toekent of juist strafpunten voor uitdeelt.
Goede Doelen lijken zich weinig aan te trekken van de bevindingen van Amnesty, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection.
Ook de Rabobank (voorheen de Boerenleenbank) die een belangrijke speler is in de Nederlandse veehouderij, sprak zich uit. Volgens woordvoerder Lisa den Oudendammer vindt Rabobank dat hij een belangrijke speler moet blijven in de Food & Agrisector, want als de bank daar als voornaamste financier zou weglopen, dan zouden andere partijen ‘die minder tempo beogen’ instappen. Wel erkent ze dat tal van partijen die bij Rabobank bankieren ‘in beweging moeten komen, moeten sprinten en vliegen’. Oudendammer sprak zich niet uit over de EBW.
Gezien de uitkomsten van de rondgang langs de websites van ruim vijfhonderd Erkende Goede Doelen lijken deze organisaties zich weinig aan te trekken van de bevindingen van Amnesty, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection. Of is hier sprake van onbekend maakt onbemind? Slechts vierenzeventig Erkende Goede Doelen (veertien procent) hebben een huisbankier die goed scoorde in de Eerlijke Bankwijzer. Zelfs achter de bekendste geefrekening van Nederland, ‘giro 555’, zit een rekeningnummer van ING, de grootbank die in de EBW het verst onder de maat presteert en er zelfs van uitgaat dat dat niet beter zal worden.
Toegegeven, niet alle banken bieden een breed dienstenpakket en als een organisatie veel geld liquide houdt, is in verband met de garantieregeling tot 100.000 euro het spreiden van kapitaal over verschillende banken aanbevelenswaardig.
Ook kunnen de forse claims van banken over hun duurzame en maatschappelijk impactvolle aanpak verwarring zaaien bij een verantwoorde bankkeuze.
Vragen waar goede doelen bij stil zouden kunnen staan: past het beleid van onze bankrelatie(s) bij ons streven naar een betere wereld en kunnen wij dat helder uitleggen aan onze donateurs?
Toezichthouder CBF schreef in een artikel in De Dikke Blauwe, een vakblad voor charitatief Nederland, dat voor steeds meer banken het keurmerk Erkend Goed Doel een rol speelt als een organisatie een rekening wil openen. Het keurmerk helpt banken bij hun know your customer-beleid, dat gezien de enorme witwasschandalen bij de grootbanken geen overbodige luxe is.
Erkende Goede Doelen op hun beurt hebben met de Eerlijke Bankwijzer een instrument in handen waarmee ze kritisch naar banken kunnen kijken.
Vragen waar goede doelen bij stil zouden kunnen staan: past het beleid van onze bankrelatie(s) bij ons streven naar een betere wereld en kunnen wij dat helder uitleggen aan onze donateurs?
Voor een sector waar jaarlijks 4,4 miljard euro aan geefgeld (bron: CBF) omgaat en die honderden miljoenen aan belastingvoordelen krijgt (bron: Commissie ANBI) lijkt dat niet te veel gevraagd.
Hoe is het onderzoek verricht en welke Goede Doelen zijn onderzocht?
Van de 662 Erkende Goede Doelen vielen er 190 af. Bijvoorbeeld vanwege ‘cookiedwang’ (verplicht accepteren van cookies zonder dat de aard ervan was uitgelegd en zonder keuzemogelijkheid). Naast deze ‘take it or leave us’-aanpak, ontbrak op eenenveertig sites de naam van de huisbankier, laat staan een rekeningnummer. Soms waren er andere problemen zoals de melding ‘onveilige website’ of ‘under construction’. Meestal was de bankrelatie snel te vinden omdat deze in de footer of de header stond en dus op elke pagina van de site (negenendertig procent). Ook stond het rekeningnummer vaak op de contactpagina (drieëndertig procent). Daarna werd het speuren: op de doneerpagina (twaalf procent), de homepagina (vijf procent), de organisatiepagina c.q. de ANBI-pagina (vijf procent). Bij nog eens vijf procent van de Erkende Goede Doelen tenslotte moesten de jaarstukken bekeken worden om de naam van de bankrelatie te vinden.
Van de resterende 533 goede doelen (81 procent) die op 21 januari 2022 de status ‘CBF Erkend’ hadden, is de website bezocht. In het algemeen is een steekproef van 40 procent voldoende representatief voor een kwantitatief onderzoek.
Alle websites zijn tussen 21 en 26 januari 2022 bekeken.
Sommige fondsen vermeldden meer dan één bank. In die gevallen is alleen de eerstgenoemde bank genoteerd.
Diverse fondsen vielen in meer dan één sector, bijvoorbeeld Gezondheid én Welzijn. Per fonds is alleen de eerstgenoemde sector meegenomen in de resultaten.
De meeste Erkende Goede Doelen publiceerden de wettelijk vereiste informatie op een eigen website. Sommige organisaties publiceerden die gegevens op een website van derden zoals Kennisbank Filantropie of ANBI-portal. Voor het onderzoek werden ook de CBF-website en het ANBI-register Belastingdienst geraadpleegd.
Over de auteur
Martje Nooij heeft ruim dertig jaar ervaring als adviseur/bestuurder van filantropische en welzijnsorganisaties in Nederland, België en Zuid-Afrika. Ze voltooide een masteropleiding Bestuurs- en Organisatiekunde aan de Universiteit van Utrecht en de SCW-opleiding Wetenschapsjournalistiek.